De deur
Met een deur kun je veel doen,
er worden er enorm veel dingen mee gedaan.
Klop, klop, klop, oei, wie is daar?
De angsten trekken je zenuwen samen.
Je pakt het handvat vast en doet de deur open op een kier.
Zou het de deurwaarder zijn of de politie?
Je stelt je hierbij veel vragen.
Ja, ik ben de deurwaarder, er is nog iets dat moet betaald worden:
“zou ik mogen binnen komen” zegt hij.
“Ja” antwoord ik met een brok in mijn keel.
De deurwaarder vraagt: “hoe zul je dat betalen?”
Ik zeg dan met de schrik om mijn hart:
“Ik ga nu 500 frank betalen en ik wil de rest per maand afbetalen.”
Hij bekijkt mij van kop tot teen.
Hij stelt een datum vast en ik moet me wel aan een zekere datum houden.
Ik ben direct akkoord en dan moet ik tekenen voor goedkeuring.
Daarna vertrekt hij.
Wie is daar nu weer?
Ha ha ’t is de postbode met mijn cheque.
Ja eindelijk goed nieuws, ik laat hem binnen en teken de cheque,
dan gaat hij weer verder.
De deur wordt toegedaan.
De deur kan je wijd open doen
maar het kan zijn dat je alleen bent en buiten kijkt voor een babbeltje.
Of je wilt frisse lucht.
Ik heb geen bel aan de deur, ‘zodus’ moeten ze kloppen.
De huisbezoekster komt op bezoek, weer gaat de deur open.
Ha ’t is Fino voor een klein babbeltje, dat doet deugd.
Zij blijft 10 minuten en ik doe de deur voor haar open en dan weer dicht.
Hoe dikwijls wordt de deur open en toe gedaan?
Klein kiertje, beetje meer open, en helemaal open.
De deur toeslaan was vroeger er ook bij maar nu niet meer.
Ik heb een deur toegesmeten en het glas was kapot,
dan maar planken ervoor.
Die arme deur zovele malen open en toe.
De ‘ijskreemventer’ staat aan de deur, deur opendoen,
nee ik heb niets nodig.
En wanneer ik de ladders hoor rammelen
dan weet ik dat mijn jongste dochter komt
om een potje koffie te drinken.
Dan staat de deur wagenwijd open.


Plaats een reactie